zaterdag 3 december 2011

Strandrace Hoek van Holland – Den Helder

Door: Sytske de Jong


Strandrace Hoek van Holland – Den Helder
Mede mogelijk gemaakt door ..

Goh wat was ik moe die 13e november toen ik na 6 uur en 39 minuten in Den Helder over de finish kwam van de ‘Langste Beachmarathon ter Wereld’ (aldus de website). “En daar hebben we de 6e vrouw” hoorde ik de omroeper zeggen. Dat leek me niet te kunnen kloppen, ergens rond de 16e plek leek me realistischer en daar had ik vooraf ook op gehoopt. Later die avond zag ik in de uitslag dat de omroeper toch gelijk had.

Maar ik was dus moe, echt moe. En misselijk, al zo ongeveer vanaf Scheveningen. Ook leek een stoel om op te zitten me zo fijn. Want met die kippenkracht van me, zet ik de laatste weken mijn zadel(s) steeds niet goed vast.. Dat zit toch niet zo lekker, een zadel die steeds wat verder met de punt omhoog komt te staan. Het had qua materieel natuurlijk nog veel erger gekund dus ik klaag verder niet. Mijn versnellingen stopten er pas mee nadat we het strand afreden bij Den Helder. Een perfecte timing. Die laatste kilometer kon ik wel in dit superlichte verzet doorkomen. Alhoewel Jaap vast dacht dat ik nu officieel was ingestort. Mijn voorrem liep helaas wel vrijwel gelijk na de start aan. Ergens bij Scheveningen kreeg ik gelukkig de tip om die rem los te gooien. Briljant! Waarom had ik dat zelf niet bedacht?

Na de finish is er soep. Natuurlijk niet vegetarisch, maar soms moet je je principes los laten. Bijvoorbeeld als je heel moe bent en misselijk en wilt zitten, maar opeens in de rij voor de soep blijkt te staan. Gelukkig is er ook een lege stoel. Ik zit, doe mijn ogen dicht, voel alles tintelen en de tranen in mijn ogen staan, ook haal ik gek adem. Jaap vraagt of het wel gaat. Ik voel nog eens wat beter en geloof dat het best goed gaat. Alleen ben ik niet van plan deze stoel te verlaten of mijn ogen open te doen en die soep hoef ik eigenlijk ook niet. Ik wil gewoon even helemaal niks.


Ik krijg thee. Een stuk minder weerzinwekkend dan de soep. Ik neem een slok en bedenk me dat het wel echt heeft geholpen dat Jaap er is.  En niet alleen vanwege die thee of omdat hij toen ik het na Petten ‘een beetje’ had gehad bij me is gebleven. Even terzijde, maar wie is degene geweest die heeft bedacht dat na Petten opeen een eindeloze hoeveelheid golfbrekers neergelegd moesten worden? Sowieso beheers ik het ‘één tempo’ rijden een stuk beter dan dat afrem- en optrekgedoe rondom die golfbrekers. Maar dan die basaltblokken waaruit die golfbrekers bestaan. Na 100 km kon ik niet meer bedenken hoe ik die paar basaltblokken met die punt omhoog kon ontwijken, zonder klem te komen zitten tussen die twee blokken daar naast waar precies mijn voorwiel tussen past. Die golfbrekers hielden me dus een beetje op.
Waarom ik wel zo blij ben met Jaap is dat het hem is gelukt om me moe maken,  iets wat mezelf altijd zo slecht lukt.  Waar ik na een tijdje groepjes inhalen (ik had mezelf net verlost van die aanlopende voorrem toen ik Jaap tegenkwam) wel bij een groepje terecht kom waarvan ik denk ‘Leuk groepje, leuk tempo, ik vind het wel prima zo’ denkt Jaap dat dus nooit... Zodra het tempo hem iets te laag wordt neemt hij nog eens extra hard over, wanneer dan niemand echt meewerkt wacht Jaap het juiste moment af om naar het volgende groepje te springen. En waar Jaap de 13e november reed, daar reed ik ook. Netjes neem ik steeds de kop over en als hij wegsprint doe ik er even 10 seconde over om ook op gang te komen, na nog eens 30 seconde (misschien ietsjes langer..) heb ik zijn achterwiel te pakken en volg ik hem in zijn kielzog om even later bij het volgende groepje aan te komen en weer netjes met de groep mee te draaien. Daar wordt je dus best moe van, ik moest  natuurlijk nog wel zelf die pedalen ronddraaien, maar ook 6e.

De thee is op en ik begin nu enorm te trillen. Ik twijfel of ik me zorgen moet gaan maken om mezelf, maar bedenk al snel dat een warme douche waarschijnlijk gaat helpen. Nadat een compleet – maar niet zo interessant – mannenelftal de vrouwenkleedkamer heeft verlaten, stap ik onder een gelukkig nog warme douche. Onder het douchen bedenk ik me dat ik eigenlijk de hele Spartaan wel kan bedanken. Naast de vele kilometers die ik met iedereen op de Spartaan heb gereden, was het iemand van de mtb’ers (Aad of Armand?) die na een mountainbike training zei dat hij dacht dat een strandrace echt iets voor mij was. Echt iets voor mij? Dat klinkt goed. Al denk ik nu dat hij dat alleen heeft gezegd omdat hij zo onder de indruk was mijn gebrek aan techniek.. Van een strandrace had ik vaag wel eens iets gehoord, maar niet meer dan dat. Sindsdien luisterde ik aandachtig mee met ieder gesprek wat over strand en fietsen ging. Jaap, René en Jelle gingen zich inschrijven voor de strandrace naar Den Helder. Nou dan ook ik. Echt iets voor mij ;-). 130 km, hoe moeilijk kan dat zijn? Je schijnt dat te willen doen op een ‘oude’ mtb. Ik had een fiets die aan alle vereiste voldeed, alleen miste ik nog de vaste voorvork (een essentieel element van de strandfiets begreep ik al snel). Nico had nog een vaste voorvork over en is erg handig met fietsen, dankzij hem had ik opeens de perfecte fiets voor op het strand. Nou ja perfect. Je hebt ook nog ‘strandbanden’ nodig. Die had mijn schoenenmakende overbuurman dan weer voor me.

Een kwartier later, ik sta nog steeds onder de douche, zijn mijn tenen niet meer wit en begin ik zo waar te genieten. Genieten. Dat is er niet echt van gekomen vandaag, Terwijl ik tijdens het oefenen op het strand nog wel zo blij werd. Dat zal wel de keerzijde zijn van ‘moe worden’, dat je iets minder geniet van je omgeving. Ik besluit mijn moment van de dag te pakken en nog minimaal 15 minuten onder deze douche te blijven staan. Ondertussen verder denkend aan wie de rit van vandaag nog meer mogelijk heeft gemaakt. Want ik had dan wel een strandfiets geregeld, op het strand gefietst had ik nog niet. De Rabobank Beach Clinic (waarvoor extra hulp nodig was, dit leek me een win win situatie, tuurlijk help ik) heeft me goed geholpen Met Jelle maakte ik 5 minuten daarvoor mijn eerste meters op het strand (best zwaar, ging ik dat 130 km doen!?) en tijdens de clinic leerde ik de fijne kneepjes van het strandfietsvak (‘focussen’). Ik schrok een beetje van de vele schelpjes waarop je net zo lekker rijdt in combinatie met mijn dunne bandjes, zin in lekke banden had ik niet. Gelukkig wist Jör anti-lekke-banden-latex te verzorgen en zo was ik dan echt helemaal klaar voor de strandrace. Alleen met zo’n ultieme voorbereiding is een eerste verzorgingspost pas ergens helemaal in IJmuiden natuurlijk een beetje jammer. Sven bood spontaan aan om ergens bij Scheveningen met een extra bidonnetje sportdrank klaar te staan. Ideaal.

Het moment is helaas gekomen dat ik echt onder die douche vandaan  moet komen (een beter milieu begint bij jezelf). Bij het aankleden merk ik dat ik nog niet zo’n volleerde strandfietser ben. Een plastic zak voor al die natte zooi was best handig geweest. En gewone schoenen ook. Toch jammer dat mijn hulplijnen daar dan weer niet voor hebben gezorgd. Ook jammer dat de meeste van mijn ‘trainingsmaatjes’ vlak voor de tocht toch hebben afgehaakt. Tsja, dat heb ik dan toch aan mezelf te danken, dat ik aan de start in Hoek van Holland verschenen ben en niet heb opgegeven voor ik over de finish in Den Helder was. Maar verder is deze rit toch echt mede mogelijk gemaakt door de Spartaan, dank in het bijzonder aan Jaap, Aad of Armand, Nico, René, Jelle, Jör en Sven!! Volgende keer met zijn allen?


Sytske de Jong

1 opmerking:

  1. So Sytske, ja So met een harde S na zo'n harde wedstrijd en dan Sesde. Uitstekende prestatie. Vandaar dat de vossenjacht so goed ging vorige week.
    Volgend jaar met z'n allen, nou ik niet.

    BeantwoordenVerwijderen